De paragraaf betreffende de lokale heffingen bevat ten minste (BBV, artikel 10):
a de geraamde inkomsten;
b het beleid ten aanzien van de lokale heffingen;c een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen, waarin inzichtelijk wordt gemaakt hoe bij de berekening van tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden, wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd;
d een aanduiding van de lokale lastendruk;
e een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.De lokale heffingen in de gemeente Laarbeek bestaan uit de volgende belastingen:
- Onroerendezaakbelastingen
- Rioolheffing
- Afvalstoffenheffing
- Leges
- Markt- en Staangeld
- Reclamebelasting
Een systeembenadering
Bij de systeembenadering wordt in de programmabegroting en –rekening kort ingegaan op de relevante ontwikkelingen. Het beleid is uitgewerkt in specifieke beleidsnota’s. Deze beleidsnota’s worden periodiek door de gemeenteraad vastgesteld.
De beleidskaders opnemen in de begroting
Het alternatief is dat geen beleidsnota’s gemaakt worden, maar dat elk jaar in programmabegroting en –rekening het totale beleid integraal wordt opgenomen.
Om de begroting te beperken tot hoofdlijnen van beleid is gekozen voor de systeembenadering, waarbij het beleid van Laarbeek wordt vastgesteld door middel van diverse beleidsnota’s:
- Nota lokale heffingen (paragraaf lokale heffingen)
- Nota risico-inventarisatie en nota reserves en voorzieningen (paragraaf weerstandsvermogen)
- Beheerplannen wegen, riolering, groen, openbare verlichting en onderhoud gemeentelijke gebouwen (paragraaf onderhoud kapitaalgoederen)
- Treasurystatuut gemeente Laarbeek (paragraaf financiering)
- Grondnota (paragraaf grondbeleid)
Geraamde belastinginkomsten (en overige heffingen)
In onderstaande tabel is aangegeven wat de geraamde inkomsten voor het jaar 2021 tot en met 2024 zijn:
Begroting
Meerjarenbegroting
(bedragen x € 1.000)
2021
2022
2023
2024
Onroerendezaakbelasting
5.646
5.828
6.017
6.211
Afvalstoffenheffing
2.231
2.231
2.231
2.231
Rioolheffing
2.034
2.034
2.034
2.034
Leges Burgerzaken
236
237
237
238
Leges Archief
3
3
3
3
Leges Invalidenparkeerkaarten
3
3
3
3
Omgevingsvergunningen
780
794
809
759
Leges art. 212 WABO
91
92
92
93
Reclamebelasting
27
27
27
27
Bijzondere wetten
27
28
28
28
Totaal lokale heffingen
11.078
11.276
11.481
11.627
Onder weerstandsvermogen wordt verstaan het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te vangen zonder dat de continuïteit van de gemeente in gevaar komt. Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit (buffer) en de ingeschatte risico’s die worden gelopen.
Jaarlijks inventariseren wij de risico’s die van invloed kunnen zijn op de bedrijfsvoering om deze (zo veel mogelijk) te beperken en de vermogenspositie te kunnen beoordelen. De belangrijkste risico’s qua financiële impact worden in kaart gebracht door middel van een korte scan van de organisatie. Op basis van ons eigen risicoprofiel en voorbeeld risico’s van andere gemeenten wordt een inschatting gemaakt van de risico’s met mogelijke financiële gevolgen voor onze gemeente.Algemeen
De paragraaf 'financiering' bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille en geeft inzicht in de rentelasten, het renteresultaat, de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend en de financieringsbehoefte (BBV, artikel 13).
Algemeen
Het begrip verbonden partij is vastgelegd in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en is in artikel 1 lid b BBV als volgt gedefinieerd: ‘Een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft‘.
Onder bestuurlijk belang wordt verstaan (artikel 1 lid d BBV): ‘Zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht.’
Onder financieel belang wordt verstaan (artikel 1 lid c BBV): ‘een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is als de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.’Hieronder is weergegeven een overzicht van publiek- en privaatrechtelijke rechtspersonen waarin de gemeente Laarbeek participeert, die begrepen kunnen worden onder de noemer verbonden partijen.
Bij het uitwerken van deze paragraaf volgen we de elementen van het BBV. Gepresenteerde getallen zijn gebaseerd op de meest recente Grondnota (versie 2019; raadsbesluit 7 november 2019) en Jaarrekening 2019.